Weloverwogen duurzaamheid met betonnen bestratingsmaterialen

Frans Gabriëls, voorzitter Technische Commissie Betonhuis Bestratingen, spreekt in GWW Totaal over ‘weloverwogen’ duurzaamheid van betonnen bestratingsmaterialen en MKI.

Loop elkaar niet achterna in mooie verhalen en beloften over duurzaamheid, maar zoek het product dat weloverwogen in balans is qua kwaliteit, functie, prijs én duurzaamheid. Dat is het advies van Frans Gabriëls, voorzitter Technische Commissie Betonhuis Bestratingen. “Ik ben persoonlijk heel blij met de Milieu Kosten Indicator (MKI). “Eén getal dat aangeeft hoe een product qua milieubelasting scoort. Zo kun je producten op duurzaamheid vergelijken. Het is echter een deel van het verhaal, want je wilt natuurlijk naast een milieuvriendelijk bestratingsproduct ook een materiaal dat een hoogwaardige bestrating combineert met bijvoorbeeld een bijdrage aan klimaatadaptie, verkeersveiligheid, geluidsreductie, voorkomen van hitte, etc. Dat is een productkeuze die geheel in balans is.”

Frans GabriëlsGabriëls is blij dat de tijd van (ongefundeerde) claims rond verschillende typen bestratingsproducten met de MKI-score grotendeels voorbij is. Het is naar zijn mening een fantastisch instrument omdat elk product hetzelfde wordt beoordeeld. Er wordt gekeken naar de gehele levenscyclus van een product in zijn toepassing. Dat begint bij de winning en het transport van de grondstoffen. Vervolgens wordt gekeken naar de productie van het product. Maar ook het energieverbruik en waterverbruik in de gebruiksfase worden meegerekend. Hierbij is te denken aan gebruik, onderhoud, reparatie, vervanging en renovatie. Tegen het einde van de levensduur van het product in zijn toepassing komen demontage, transport, hergebruik als product of hergebruik als grondstof (bijvoorbeeld granulaat) erbij. Al deze fases bij elkaar vormen samen de basis voor de MKI-waarde.

Prima vertrekpunt

“Betonnen bestratingsproducten hebben de afgelopen jaren decennia grote stappen gezet op het gebied van duurzaamheid. Met name door CO2-arme cementen of andere bindmiddelen en toepassing van secundaire grondstoffen. Maar ook energiearme productietechnieken zijn belangrijk. Binnen het Betonakkoord wordt verder gewerkt aan verduurzaming. Het is ook goed dat concurrerende materialen je scherp qua verbeteringen en innovaties houden. Als ik nu zie waar we staan met een maximale eis van de MKI-waarde van € 23,00 per m3 voor betonnen bestratingsmaterialen en de minimale eis voor secundair toeslagmateriaal van 15% van het volledig volume conform de BRL K11002, dan is dat een prima vertrekpunt voor opdrachtgevers en aannemers en hun keuze voor betonnen betratingsproducten. Zeker omdat wij de MKI-score gecertificeerd aantonen. Dit geeft de opdrachtgever en aannemers extra zekerheid.”

Appels met appels vergelijken

Want je mag dan wel één MKI-getal hebben, je wilt wel dat dit wel een eerlijk getal is. Gabriëls: “Als je dan vergelijkt, moet je wel appels met appels toetsen. Daarom hebben wij als sectorvereniging Betonhuis Bestrating samen met KIWA de BRL K11002 opgesteld. Zo voorzien wij in betrouwbare, transparante én gecertificeerde milieuverklaringen voor o.a. betonnen banden, stenen en tegels. Inmiddels zijn er meer productgroepen hierop aangesloten en/of dit op korte termijn gaan doen. De producten met gecertificeerde milieuprofielen worden door de fabrikant gepubliceerd in een duurzaamheidsverklaring en ondersteunen die weloverwogen praktische en duurzame keuze.”

Klimaatadaptatie

Vanzelfsprekend is duurzaamheid één van de belangrijke graadmeters in de keuze van bestratingsmaterialen. “Er spelen echter veel meer vraagstukken,” benadrukt de voorzitter van de Technische Commissie. “Neem het nieuwe IPCC-rapport, het klimaatpanel van de Verenigde Naties. De temperatuur op aarde stijgt sneller dan verwacht. Dit gaat onder andere voor extremere weersomstandigheden zorgen, zo geven de wetenschappers aan. Niet voor niets wil de rijksoverheid dat gemeenten meer aandacht aan klimaatadaptatie besteden. Laten wij met betonnen bestratingsproducten nu een veelheid aan oplossingen voor beter stedelijk waterbeheer bieden. En aan het voorkomen van hitte in stad en dorp kunnen lichtgekleurde betonnen bestratingsmaterialen een bijdrage leveren; die houden minder hitte vast dan bijvoorbeeld zwart asfalt. Wanneer je het koppelt met halfopen verhardingen die water vasthouden, zakt de temperatuur op dat plein of in die straat aanzienlijk. Ander onderwerp: verkeersgeluid in de woonomgeving wordt in toenemende mate als hinderlijk ervaren. Dan is het mooi dat er speciale geluidsreducerende betonstraatstenen zijn die het verkeersgeluid (bandengeluid) verminderen.”

Heldere informatie

Er liggen mogelijkheden om mens en milieu te dienen met moderne bestratingen. “De markt kan daarbij de keuzes op basis van heldere informatie goed wegen. Dat voorkomt discussies. Je voelt je daardoor nog meer thuis met betonnen bestratingen.”

Secundaire grondstoffen: meer is niet altijd beter

Het is heel verleidelijk om te denken dat meer secundaire grondstoffen in betonnen bestratingsproducten tot een betere MKI-score leiden. Frans Gabriëls: “Dat is vaak niet het geval, omdat er dan ook meer cement nodig is. Bovendien is de vraag waar de secundaire grondstoffen vandaan komen; dichtbij de fabrikant of uit het buitenland met extra transportkilometers. Gelet op de beschikbaarheid van secundaire grondstoffen en de kwaliteit van het product hebben de verschillende productgroepen afgesproken wat de aanbevolen hoeveelheid secundair materiaal is om een betrouwbaar en milieuverantwoord product te leveren. Voor bestratingsproducten is dat 15%. We zullen als branche verdere stappen zetten. Verder zien we steeds meer secundaire materialen
aangeboden worden uit andere industrieën. Daarvan wil je wel zeker weten of dit verantwoord is voor de kwaliteit en toekomstig hergebruik van je product. Er is nu een CROW-CUR aanbeveling in de maak die dit regelt. Het is goed dat er regelgeving gaat komen voor secundaire grondstoffen en het kwalitatieve en milieutechnische hergebruik. Ook dat zorgt weer voor transparantie in de markt en weloverwogen duurzaamheid.”