GeoProArte® leggen
Gefeliciteerd met je GeoProArte® sierbestrating
Wij wensen je jarenlang plezier met jouw nieuwe terras. Voor een perfect eindresultaat is het belangrijk om de onderstaande verwerking instructies van GeoProArte® tegels te volgen.
Algemene instructies
Voor het beste resultaat raden we aan om te werken met erkende vakmensen en de meest recente instructies van onze website te raadplegen. Let op de volgende punten:
- Gebruik nooit een onkruidbrander op GeoProArte® tegels en houd hittebronnen uit de buurt om stralingshitte te voorkomen;
- Geen tegel is onderhoudsvrij. Ondanks de keiharde PP F90 is het aan te raden om (natuurlijk) afval en kauwgom direct van de tegels te verwijderen.
Een stabiele fundering
Een stabiele fundering is essentieel voor sierbestrating. Dit betekent minimaal een goed verdicht zandbed met een hoog drainerend vermogen. Het afvoeren van water is belangrijk om verzakkingen te voorkomen en ervoor te zorgen dat je tegels niet voortdurend in het vocht liggen. Hoe beter de fundering, hoe langer je straatwerk mooi strak blijft liggen.
Fundering en zandbed
- Zandbed: Het zandbed moet minimaal 20 cm dik zijn. Gebruik schoon metselzand of vloerenzand dat goed verdicht kan worden. Bij een weke ondergrond, zoals veen, is het verstandig om eerst wegenbouwdoek toe te passen met daarop een laag van minimaal 15 cm gebroken puin (menggranulaat) en daarbovenop een laag van minimaal 10 cm schoon metselzand of vloerenzand.
- Zwaarder Belaste Tuinbestrating: Voor zwaarder belaste tuinbestrating adviseren we een stevigere fundering met een extra laag van 10 cm grof split of gebroken puin onder het zandbed. Tril de lagen goed aan met een trilplaat.
Foto: zandbed met daarop de straatlaag van metselzand doorgemengd met cement.
Straatlaag en afschot
- Straatlaag: De bovenste laag waarin je de tegels legt bestaat uit 3 tot 5 cm fijn split- of metselzand. Meng eventueel trascement door het metselzand voor een extra stevige laag. Werk deze straatlaag horizontaal af, maar tril deze niet te strak aan.
- Afschot: Leg het straatwerk altijd onder afschot om wateroverlast te voorkomen. De stelregel is ca. 1 cm afschot per strekkende meter.
Opsluiting en Afwatering
- Opsluiting: Maak de kantopsluiting met betonbandjes om de bestrating ‘op te sluiten’ en verschuiving te voorkomen. Leg de betonbandjes 1 cm lager dan het gewenste straatwerk, rekening houdend met het afschot.
- Afwatering: Bij hevige regenbuien kan alleen afschot soms niet voldoende zijn. Gebruik afwateringsgoten om het water naar een afvoerplek te begeleiden. We raden de afwateringsproducten van ACO aan, verkrijgbaar bij erkende MBI Dealers.
Het Leggen van de Tegels
Mixen en Aankloppen
- Mixen van Tuintegels: Mix de tuintegels uit verschillende pakketten en lagen voor een mooie menging van kleurnuances. Zo voorkom je dat tegels van dezelfde productieslag naast elkaar komen te liggen.
- Aankloppen: Klop de tegels licht na met een goedgekeurde rubberhamer om de tegels vast te zetten.
Aftrillen
- Binnen de range van GeoProArte® zijn uitsluitend de formaten 20x30x6 cm geschikt om af te trillen. Gebruik hiervoor een trilplaat met schone rollen (witte voor lichte kleuren, zwarte voor donkere kleuren).
Voorkom krassen
Schuif de tegels nooit over elkaar (lift ze van het pakket, trek ze er niet af) en houd de tegels vrij van zand en ander scherp materiaal. Kruip ook niet over de net gelegde tuintegels met bijvoorbeeld klompen! Uiteraard verschillen typen tuintegels wat betreft krasgevoeligheid.
Zagen en Naspoelen
- Zagen: Gebruik altijd een scherpe zaag en zaag nat om cementvlekken te voorkomen. Spoel na elke werkdag het terras schoon. Plaats de gezaagde stukken zoveel mogelijk aan de randen om beschadigingen te voorkomen.
- MBI TileMaster Series: Gebruik de TileMaster Concrete voor het zagen van betonnen sierbestrating en GeoProArte®.
Download hier het productieblad!
Voegen
Voeg de bestrating altijd om het straatwerk strak te houden en beschadigingen te voorkomen. Gebruik MBI Aquacolor Joints of onkruidwerend voegzand voor het beste resultaat. Werk met voegen van ten minste 4 mm om natuurlijke oneffenheden in product en ondergrond te corrigeren.